Minicursus les 5: het lege doek.
Komen we eindelijk na wat theorie besproken te hebben bij het schilderen aan.
Natuurlijk heb je al wat geprobeerd, en dat is hartstikke leuk. Als je de voorgaande lessen als gesneden koek tot je hebt genomen, zal je ook niet zitten met het probleem van het WITTE DOEK, dat je aanstaart en waarvan je het idee hebt: hoe moet ik in vredesnaam beginnen?
Een handig hulpmiddel daarvoor is, nadat je de instructies van les een en les twee hebt uitgevoerd, om een willekeurige kleur te pakken, laten we zeggen oker, lekker neutraal, en dat je je grootste kwast in de schone terpentine doopt, en daarmee het oker op je kwast doet, en die verdunde kleur gebruikt om je hele doek een kleur te geven.
Hupsakee, lekker een kleur erop, dan is het niet meer wit. Je mag ook geel nemen, of blauw, of rood, of groen, maakt niet uit, ik neem trouwens zelf graag oranje.
Een andere manier is, om in die ene kleur, die je kan mengen met wit om hem lichter te maken en mengen met gebrande omber om hem donkerder te maken, een onderschildering te maken van je onderwerp. In plaats van tekenen met een potlood of houtskool, ga je met verf vlakken vullen, de vormen aftastend, verbeteren als lijnen niet kloppen, het doet er niet toe wat je doet, als je maar probeert om wat je in je hoofd hebt op het doek te krijgen in een soort monochroom. Zonder details!
De donkeren op donkere plekken, de lichten op lichte plekken, geen wit van je doek mag nog te zien zijn, maar als het doek vol (verdunde) verf staat, staat er al een soort “blauwdruk” van je schilderij. Verbeter waar de vormen niet kloppen, maak de donkere plekken nog donkerder, laat zien waar het licht komt, maak lichte vlakken nog lichter, en tussentonen helder.
Bedenk echter: als je een schilderij van warme tonen wilt maken, zorg dan dat je onderschildering in een warme kleur is gemaakt. Je hebt daar wat aan als je de ware kleuren eroverheen schildert.
Gebruik geen “ware” kleuren. Dus als het gras groen is, gebruik dan warme bruinen, okers, roden voor je onderschildering. Vooral als je een portret wilt maken, gebruik een warme onderschildering.
Bij juist een koel onderwerp, of een donker onderwerp: gebruik een koele kleur.
Het eerste begin staat er. Was dat nou zo eng?: nee, dat viel eigenlijk best mee!
En waarom, hoe kan dat? Omdat je lekker vrij kon verven, het deed er niet toe, je was lekker aan het kwasten, en dat was eigenlijk wel vreselijk leuk! Houd dat gevoel vast!!
In volgende lessen komen we terug op dit gevoel. Lekker durven, het doet er niet toe of het al helemaal goed is. Dus houd dit vast!
Dat is nl. waar het bij schilderen om gaat: lekker vanuit je ondergevoel een beetje schilderen, je kunt altijd nog fouten verbeteren. Zorg dat je eerste opzet er is, we focussen steeds meer naarmate we verder komen.
Oefen dit, en heb plezier in wat je doet.
En als je wilt, dat ik je online begeleid, neem contact met me op via het contactformulier.
Lekker schilderen, ofwel: happy painting!!